Wat zie ik? Francis van Broekhuizen

Wel haarverf, geen botox voor operadiva Francis van Broekhuizen: ‘Ik heb mijn expressie nodig’

Overdreven, een typische operazangeres: het duurde even voor Francis van Broekhuizen begreep dat het op tv wat kleiner mocht.

Wat zie je als je naar deze foto’s kijkt?

“Vaak vind ik mezelf lelijk op foto’s, maar op die tweede foto rechtsboven kijk ik heel indringend in de camera en dat past bij wie ik ben. Ik ben iemand met veel passies tegelijk: ik ben Feyenoord-fan, musicalliefhebber, operazangeres en knusse thuiszitster. Dat zit voor mij allemaal in die blik.”

Vroeger werd je gepest. Draag je dat nog steeds bij je?

“Ik ben nog steeds gevoelig voor meningen. Die coltrui draag ik omdat ik door de overgang dikker ben geworden en daardoor een onderkin begon te krijgen. Met die col zie je dat niet zo erg – hoop ik. Ook zo raar; in mijn hoofd ben ik nog altijd twaalf, en dan zie ik mezelf opeens op foto’s als die vrouw van 49 die ik ben. Dat is een vrouw van middelbare leeftijd!”

Bedoel je dat je je een meisje voelt, maar er volwassen uitziet?

“Tegelijk ziet ‘middelbaar’ er tegenwoordig een stuk jonger uit dan vroeger, vind je niet? Ik doe er ook mijn best voor; ik verf mijn haar, ik probeer mijn baard bij te houden. Fillers en botox doe ik niet; dan raak je de uitdrukking op je gezicht kwijt, ik vind het altijd jammer als iemand daarvoor kiest. Ik heb mijn expressie nodig. Ze moeten weten hoe ik me voel.”

Hoe voel je je dan?

“De eerste indruk die mensen van mij krijgen, is vaak die van een gek wijf; overdreven, een typische operazangeres, groots en meeslepend. Het duurde even voor ik doorhad dat het op tv allemaal wat kleiner kon. Dat je daar, als je groots en meeslepend gaat lopen doen, meteen door het scherm knalt. Ik kreeg ingezonden brieven toen ik meedeed aan De slimste mens. Mannen die me gingen uitleggen hoe je je moet gedragen. Maar toen ik wat meer rondes meedeed en in de finale kwam, stuurden ze nieuwe mails om te zeggen dat ze aan me gewend waren geraakt. Dat krijg ik vaker.”

Het gebeurt vaker dat mensen aan je moeten wennen?

“Ik ben druk. Ik van hou van lachen, zoals op de eerste foto. Op die foto rechtsonder begin ik net weer aan een verhaal; ik stop nooit met praten, maar dat had je al in de gaten. Linksonder zie je mijn devote kant, die heb ik ook. Niet alleen op de katholieke manier, ik kan ook diep van mensen onder de indruk zijn. Als André van Duin na afloop van mijn show zegt dat hij heeft gelachen, dan kan ik daar maanden op teren. Al die kanten wisselen elkaar in hoog tempo af, dus ik kan me voorstellen dat ik na een eerste ontmoeting even moet indalen.”

Was je als kind al druk?

“Vroeger droeg ik altijd zwart en was ik zeer toegewijd. Ik diende de mis in het klooster, dat hoefde van huis uit niet, maar ik legde mijn lat van ‘toewijding’ nogal hoog. Ik dacht ook dat de liefde niet voor mij was weggelegd, wat hielp bij die toewijding. Er werd op school nooit iemand verliefd op me, althans niet dat ik het doorhad. Bovendien was ik bang voor van alles; ik durfde nooit wat uit te proberen. Niet op het gebied van de liefde, maar ook niet op het gebied van drugs of andere dingen die je kunt doen als je jong bent. Ik vond de prestatiedruk van school lastig, ging van vwo naar havo. Maar op de mavo vielen de dingen op zijn plek. Die klas was leuk, ik klikte met de leraren. Er kwam letterlijk en figuurlijk ruimte voor mijn stem. Er was een toneelclub waar leraren én leerlingen aan meededen, waardoor je de leraar catechismus ook op een heel andere manier tegenkwam. Soms zei hij in de klas: ‘Zing nog eens wat Francis’. Wat ik dan deed, want ik had het plezier van het podium ontdekt.”

Zingen werd je ingang.

“Zingen is dat nog steeds. Als ik zing doet dat hele uiterlijk er niet meer toe, dan stroomt mijn gevoel naar buiten. Dat is een heel ander soort schoonheid.”

Francis van Broekhuizen (1975) is operazangeres.

Interview: Jowi Schmitz