Zangeres Froukje

Froukje: ‘Het is logisch dat mijn generatie het onbekende beangstigend vindt’


Vrijdag 12 januari verscheen het debuutalbum van zangeres Froukje, Noodzakelijk Verdriet. ‘Ik voel me minder bang voor de confrontaties in het leven.’

Aan tafel in het kantoor van haar management zit Froukje Veenstra prints te signeren voor bij de deluxeset van haar album. Er ligt nog een hele stapel klaar voor na ons gesprek, haar laatste in een reeks interviews vandaag.


De avond is al ingevallen. Veenstra’s schema is, negen dagen voor de albumrelease, ‘moordend’. Niet haar woorden, maar die van haar PR-manager. Is het een beetje te doen, vragen we de zangeres. Ze reageert er gelaten op, zoals ze tijdens het interview vaker zal doen. De Nieuwkoopse komt niet over als iemand die zich makkelijk gek laat maken.

“Ik heb het wel druk, ja. Maar ik heb het soms ook een maand lang niet druk. In het najaar heb ik nog drie weken door Scandinavië gereisd”, antwoordt ze terwijl haar vingers spelen met een leeg doosje thee op tafel. “En ik vind het lekker wanneer het allemaal weer een beetje gaat leven.”

Veenstra brak begin 2020 door met Groter Dan Ik. Ze zat toen nog op het Rotterdamse Conservatorium (Codarts). Erna volgden successen met songs als Ik Wil Dansen en Niets Tussen. Ze won twee jaar op rij een Edison in de categorie ‘alternative’ en drie jaar op rij de 3voor12 Song van het Jaar Award. Allemaal zonder album op zak. Nu is dat er eindelijk: Noodzakelijk Verdriet.

Je hebt twee EP’s uitgebracht, maar een volwaardig album is andere koek. Ben je zenuwachtig?

“Ik heb er vooral zin in. Dat het harde werk dat we in deze plaat hebben gestopt zo meteen wordt ingelost. Nou ja, of niet natuurlijk. Misschien wordt het geen succes. Ja, dat vind ik wel spannend. Tot dusver zijn de reacties heel goed, maar misschien zijn mensen gewoon beleefd.”

Zangeres Froukje. ‘Het leven als popster is wat eenzamer dan ik had verwacht.’

Wanneer was dit album voor jou af?

“Dat vond ik moeilijk. Ik heb dat moment lang uitgesteld, dacht altijd: het kan nog beter. Maar op een gegeven moment heb ik de nummers aan wat mensen laten horen en die zeiden: dit is gewoon een plaat. Dus ik had externe bevestiging nodig om in te zien dat het goed genoeg was.”

Geldt dat straks ook voor de recensies?

“Wakker lig ik er niet van, maar die vind ik net zo spannend. Ik lees ze ook allemaal. Tot nog toe heb ik gelukkig geen vernietigende recensies gekregen in mijn carrière. Het lijkt me wel rot als dat gebeurt. Tegelijkertijd is het ook maar de mening van één persoon.”

Waarom heet het album Noodzakelijk Verdriet?

“Dingen waar je bang voor bent, die oncomfortabel zijn, dáárachter ligt het goud. Mijn generatie, Gen Z, wordt vaak als angstig bestempeld en dat klopt ook wel. In de vormende jaren van mijn leven lag alles stil door de pandemie. Daardoor missen we een bepaalde praktijkervaring die je wat harder maakt. Het is dus logisch dat we het onbekende beangstigend vinden. Door de snelkookpan van volwassenheid waarin ik de afgelopen vier jaar heb gezeten, merkte ik dat je beter in je vel gaat zitten door die dingen juist te doen.”

Zoals?

“Mensen bellen die je niet durft te bellen, gesprekken voeren die je normaal vermijdt. Vorig jaar heb ik voor het eerst tegen vrienden gezegd: ‘Dit spijt me.’ Of: ‘Ik zit hiermee’. Zo’n gesprek valt na afloop altijd mee. Ik voel me minder bang voor de confrontaties in het leven.”

Een van de liedjes gaat over je broer, die op vierjarige leeftijd overleed aan leukemie, vlak na jouw geboorte.

“Dat nummer gaat over het hypothetische leven dat wij samen hadden kunnen hebben. En de acceptatie dat dat er niet is geweest. Want het leven is óók heerlijk, zing ik; mijn ouders kunnen gelukkig nog steeds genieten, zelfs al hebben zij zo’n ondenkbaar verdriet meegemaakt.”

Wat vinden ze van het lied?

“Ze hebben het nog niet gehoord. Ja, ze weten dat het bestaat. Ik wil het ze laten horen voor de plaat uitkomt, maar ik merk dat ik dat uitstel. Ik hou mijn liedjes normaal gescheiden van mijn leven; ik schrijf persoonlijke nummers, maar ben niet gewend dat ik die vervolgens moet duiden. Zeker omdat een songtekst vaak een uitvergroting is. Misschien moet ik het ze vanavond gewoon sturen. Dan kunnen ze het in hun eigen tijd opzetten.”

Waarom koos je ervoor om hierover te zingen?

“Ik had het raar gevonden als er geen nummer over mijn broer op dit album had gestaan. Ik zing over allemaal thema’s in mijn leven en daar hoort hij bij. Of het niet zwaar is? Nee, voor mij valt dat mee, ik was twee maanden oud toen hij overleed. Voor mijn ouders is dat natuurlijk anders.”

Je staat volgende week twee avonden in een uitverkocht Carré. Niet mis, als 22-jarige.

“Ja, heel tof. Ik heb er veel zin in, maar ben er niet de hele tijd ondersteboven van of zo. Om me heen zie ik soms dat artiesten zwaar aan zo’n show kunnen tillen. Ik vind het juist relaxed om dat niet te doen. Zo maak ik het behapbaar voor mezelf.”

Was het aan het begin van je carrière dan niet altijd behapbaar?

“In het begin kon ik niet slapen na een show. Dan dacht ik: hoe ga ik ooit nog kunnen ontspannen? Dat is nu anders. Ik vind het nog steeds heel leuk, maar optreden voor een groot publiek went.”

Toch duurde het even voor je kon wennen: je doorbraak kwam ongeveer tegelijkertijd met de coronapandemie.

“Mijn eerste grote optreden was bij een van de testevenementen begin 2021: Back to Live. Dat was zó raar. Ineens waren daar 1500 mensen die allemaal mijn naam riepen. Ik trok het gewoon niet: voordat ik op moest, moest ik heel hard huilen. Het was te veel voor me op dat moment.”

Heftig, lijkt me, als je vlak voor een optreden moet huilen.

“Ik heb het vaker meegemaakt hoor. Toen ik een gebroken hart had bijvoorbeeld. Op dat soort dagen kan ik jaloers zijn op mijn bandleden: die kunnen zich stilhouden achter hun instrument. Ik moet op een kutdag in de microfoon roepen alsof ik het enorm naar mijn zin heb. Maar ach. Iedereen denkt weleens: hoe kom ik mijn werkdag door?”

Is popster zijn wat je ervan had verwacht?

“Ik weet niet of ik er een wezenlijke verwachting van had. Maar het is meer een bedrijf dan ik had gedacht. Mijn muziek moet verkocht worden, soms moet ik leiding geven of harde beslissingen nemen.” Bedachtzaam: “Het is wat eenzamer dan ik had verwacht, denk ik.”

Op welke manier?

“Er zijn steeds meer mensen met wie ik geen gelijkwaardige relatie heb. Met mijn team heb ik een fijne band, maar er zit toch een bepaald belang bij voor iedereen. Bovendien staan mijn naam en gezicht op alle producten; die rol deel ik met niemand. En mijn fans weten alles van mij als ze me ontmoeten, maar ik niks van hen. Wanneer ik uitga, kom ik soms in een soort interview terecht. Daar heb ik niet altijd zin in. Als ik moe ben, kan ik op zo’n moment onaardig zijn. Achteraf schaam ik me daarvoor.”

Om er een positieve draai aan te geven: je kunt dus wel nog uitgaan.

“Nou, ja, het kan. Daar is alles mee gezegd, haha. Maar je moet er een beetje schijt aan hebben. Al vind ik het fijn als ik op feestjes met iemand ben die ook artiest is en snapt hoe het is. En gelukkig zijn Nederlanders over het algemeen niet zo hysterisch.”

Interview: Tim van Erp