Wat zie ik? Hans Klok

Hans Klok wil sterven in zijn leren broek: ‘Dan weet ik zeker dat mijn kleren goed zitten’

Hoe kijk je naar foto’s van jezelf, wat bevalt je, en wat niet? Illusionist Hans Klok (54) is gestopt met botox, daar gingen zijn wenkbrauwen anders van staan.

Wat zie je als je naar je foto’s kijkt?

“Ik begin steeds meer op een kikker te lijken, vooral door mijn brede kaaklijn. Gelukkig heb ik nog geen uitpuilende ogen.”

Zit je ermee?

“We willen allemaal ouder worden, maar niemand wil het zijn. Dat is wat ze zeggen, toch? Ik doe er veel voor om er een beetje leuk uit te blijven zien. Ik ben veel in de sportschool, laat mijn haarlijn sponsoren. Met botox ben ik gestopt, daar gingen mijn wenkbrauwen anders van staan, dat vond ik geen gezicht. Bovendien, ik zit in het variété; dat betekent vooral véél van alles: veel make-up, alles uitvergroten. Op het podium hoeft het niet zo subtiel.”

Was je vroeger al met je uiterlijk bezig?

“Ik vond mezelf geen knap kind. Wel was ik bezeten van trucs en van een show maken, en ik ontdekte dat ik op het podium charisma heb. Een goochelaar wilde ik toen al niet zijn, dat rokkostuum vond ik niks, dus ik noemde mezelf illusionist. Ik bedacht een imago dat later die strakke leren broek werd met die blouse open tot aan mijn navel. Op een gegeven moment weet je wat voor product je bent; ik ben die man met die wapperende blonde haren en een vleugje rock-’n-roll.”

Blijf je die man tot je tachtigste?

“Ik ga nog tien jaar gewoon shows geven, en daarna doe ik net als Diana Ross een afscheidstournee van tien jaar, haha. Er zijn zoveel mensen lang doorgegaan, dat kan best. Nog beter is het om te sterven in het harnas.”

Sterven in het harnas terwijl je je ­jongensdroom in vervulling brengt.

“Optreden vind ik al mijn hele leven het allerleukste om te doen, dus ja, daar ben ik heel gelukkig mee. Het gelukkigste ben ik als we rondtrekken. Ik hou van het circus­leven. Met zijn allen in zo’n grote tent, en de rest van de tijd breng je door in die campers en trailers eromheen. De eenvoud van dat leven vind ik geruststellend: je wordt wakker en loopt met je koffie naar buiten, waar iedereen al bezig is met de show van die middag. Dan komen de mensen, je speelt twee uur en ’s avonds doe je dat nog een keer. De mensen gaan blij naar huis, je werk is gelukt. Dan drink je nog wat wodka met z’n allen en de dag erna herhaal je jezelf. Eenvoudig en helder.”

Zo beschreven klinkt het circusleven net als één van je trucs: iets wat je steeds opnieuw herhaalt, iets waar je steeds opnieuw plezier aan beleeft.

“Op het podium hoort er nog zelfspot bij. Ik verkoop klatergoud met zelfspot, dat is voor mij de perfecte combinatie. Tegenwoordig zeg ik aan het einde van mijn show tegen het publiek dat het maar goed is dat hij is afgelopen. ‘Probeer maar eens twee uur lang je buik in te houden!’ Dat is nog waar ook. Of ik bedenk een spectaculaire opkomst, met veel rook en een bijna onmogelijke truc en dan zeg ik na tien minuten opeens: ‘Zijn er nog vragen?’ Ik kan me echt verheugen op het testen van dat soort plan­netjes.”

En je hebt altijd weer nieuwe plannetjes.

“Waarvan langs niet alles lukt. Las Vegas is door corona mislukt, na Zomergasten was er sprake van een praatprogramma; tot op heden is dat er ook niet. Misschien moet het ook wel zo zijn; hoor ik bij het circus, bij de liveshow.”

En dan uiteindelijk sterven in je leren broek.

“Liefst in die broek ja, dan weet ik zeker dat mijn kleren goed zitten als ik dood ben. Want dat is wel een bijgeloof van me, dat zo’n pak helemaal goed moet zijn – ik check honderd keer of mijn gulp wel dichtzit. Maar los van dat bijgeloof, geloof ik ook écht. Ik geloof dat er een God is. Het echte leven is even onverklaarbaar als een illusie; het gebeurt voor je ogen, maar je snapt er niks van.”

Hans Klok (54) is illusionist. Hij noemt zichzelf ‘the fastest magician in the world’ en trad onder meer op in Londen, Monte Carlo en Las Vegas.

Interview: Jowi Schmitz